Randprogramma, context of educatie? Publiekswerking is meer dan kunst alleen!

Randprogrammering, contextprogrammering, educatie, of publiekswerking? Als je zelf een cultureel project bent gestart is de kans groot dat je met deze termen in aanraking bent gekomen, want de vraag ‘wat doen we er deze keer bij?’ begint vaak al bij de fondsenwerving. Het lijkt soms of het kunstwerk alleen niet meer genoeg is, er moet ook van alles omheen georganiseerd worden. Maar, waarom doen we dat eigenlijk? En waar staan die termen voor?

Publiekswerking

Hoewel begrippen als randprogrammering en educatie al veel langer de ronde doen, is het handig te beginnen bij het nog redelijk verse ‘publiekswerking’.publiekswerking randprogrammering educatie Publiekswerking (geleend uit Vlaanderen waar het al jaren een begrip is) gaat over het slaan van een brug tussen het kunstwerk (of de kunstinstelling) en het publiek, vanuit een inhoudelijk perspectief. Die brug kan verschillende pijlers hebben, zoals contact leggen met nieuwe doelgroepen, of het werk in een maatschappelijk kader plaatsen. Het doel is zowel marketingtechnisch (het bereik van nieuwe doelgroepen), als dramaturgisch/inhoudelijk (de impact van het kunstwerk op de bezoeker vergroten.)

En dan?

Randprogrammering, contextprogrammering of een educatieprogramma zijn eigenlijk allemaal vormen van publiekswerking. Vaak worden de termen door elkaar heen gebruikt, toch hebben ze zo hun eigen nuances.

Randprogrammering

Randprogrammering is de meest brede term. Het vertelt in feite alleen dat er meer te doen is dan alleen de hoofd-act, de voorstelling ofde expositie. Randprogrammering kan inhoudelijk gericht zijn op het kunstwerk, zoals een nagesprek, het kan een artistiek uitstapje bieden, zoals beeldende kunst op een muziekfestival, maar het kan ook iets totaal anders zijn, zoals een speciaal diner voorafgaand aan een voorstelling. Vaak heeft randprogrammering tot doel ‘een volledige avond uit’ te bieden.

Voorbeeld:

Het Rotterdamse Conny Janssen Danst organiseerde rondom haar locatievoorstelling ‘Mirror Mirror’ een uitgebreid randprogramma met diners, muziek, exposities, nagesprekken en meer.

Educatieprogramma

Een educatieprogramma start met een heel specifiek doel. De bezoeker (kind of volwassene) iets leren. Dat kan betrekking hebben op het kunstwerk of de kunstenaar, maar bijvoorbeeld ook gaan om een maatschappelijke ontwikkeling. Een bekend voorbeeld is een schoolvoorstelling over pesten met daarbij een lesbrief of workshop, maar een uitgebreide folder over de drijfveren van een beeldend kunstenaar die wordt uitgedeeld bij een tentoonstelling is evengoed educatief.

Voorbeeld:

Theatergezelschap Het Vijfde Bedrijf uit Den Haag bood 3 verschillende lesbrieven (sociaal, maatschappelijk en theatraal inhoudelijk) aan bij hun installatie ‘Stille Tranen’, zodat het project ook op middelbare scholen geplaatst kon worden.

Contextprogramma

Als we het hebben over een contextprogramma, doen we dat vaak als een tegengeluid op educatie. In dit geval willen we de bezoeker niet zozeer iets leren (of willen we in ieder geval niet ‘belerend’ zijn), maar hem of haar meer context (handvaten) bieden. Vaak heeft een contextprogramma daarom niet direct betrekking op het kunstwerk zelf, maar op de wereld rondom het kunstwerk. De basis van een contextprogramma is duidelijk inhoudelijk, maar de bezoeker heeft vaak meer vrijheid eigen verbanden te leggen. Je ziet bijvoorbeeld met regelmaat een meereizende tentoonstelling bij een theatervoorstelling als contextprogramma, maar het kan ook een website zijn waar bezoekers advies uploaden, of een zelfs een leeslijst.

Voorbeeld:

Amsterdams Theatergezelschap Ulrike Quade Company organiseerde bij hun voorstelling Coco Chanel een weekend met jonge designers en exposeerde hun werk in de foyer van het theater.

Meer lezen?

Kijk ook eens naar conceptontwikkeling of verschillende leervormen van cultuureducatie.